Vaak wordt een tweedeling gemaakt tussen Nederlandstalige en veeltalige leerlingen, maar dit strookt niet met de werkelijkheid. De realiteit is complexer: talige registers van kinderen lopen door elkaar en zij gaan daar flexibel mee om.
Functioneel veeltalig leren wil de veeltaligheid van kinderen benutten om hun leerkansen te vergroten. Dit betekent dat het Nederlands de gangbare instructietaal is, de leerkracht niet alle talen van de leerlingen begrijpt, maar de leerlingen de kans krijgen om hun thuistalen in zetten. De eigen taal en de taalvariëteiten worden dan beschouwd als een didactische hefboom bij het leren. (Sierens & Van Avermaet, 2010; Van Avermaet, et al., 2015; Van Praag, et al., 2016)
Talige diversiteit benutten is één van de elementen van een krachtige leeromgeving via functioneel veeltalig leren. Twee andere ingrediënten zijn betekenisvolle taken, en interactie en samenwerking (Van Praag, et al., 2016). Deze sluiten sterk aan bij de didactische kenmerken van STEAM-onderwijs, namelijk vanuit een betekenisvolle context lossen kinderen problemen op waarbij ze samenwerken en communiceren (Dejonckheere, Van De Keere & Vervaet, 2016).
STEAM-onderwijs en functioneel veeltalig leren delen dus didactische kenmerken. Op deze manier willen we in STEAM-Stories een krachtige leeromgeving creëren die kinderen de kans geeft om volwaardig te participeren en hun werkelijke competenties in te zetten. De beide gedeelde didactische kenmerken realiseren we in STEAM-Stories via verhalen, waarbij we design thinking inzetten als inspiratiebron voor concrete didactische ondersteuning.